Dominantie

Hoewel honden al duizenden jaren nauw samenleven met de mens en zelfs het eerste gedomesticeerde dier ooit waren, werd er tot ongeveer 20 jaar geleden nauwelijks onderzoek gedaan naar het gedrag van honden.

Wat we wisten, of dachten te weten, haalden we uit onderzoeken naar het gedrag van de verre voorvader van de hond, de wolf.

In het boek “The Wolf, Ecology and Behaviour of an Endangered Species”, dat begin jaren ’70 voor het eerst verscheen, schreef bioloog en wolvenexpert David Mech, voor het eerst over zijn bevindingen aangaande het gedrag van wolven, binnen een roedel.

Althans, hij was destijds in de veronderstelling dat hij een natuurlijke wolvenroedel bestudeerde. Pas jaren later ontdekte hij de tekortkomingen van deze eerste onderzoeken.

De beperkingen van het onderzoek

De groep wolven die Mech voor zijn eerste onderzoeken bestudeerde, bestond uit een tiental wolven uit verschillende opvangcentra. Hij plaatste deze wolven als groep bij elkaar, in een omheind natuurreservaat. Er was in deze groep géén sprake van onderlinge familiebanden.

Met de kennis van nu weten we dat dit in een natuurlijke wolvenroedel wèl het geval is. Een wolvenroedel is een gezin, bestaande uit vader, moeder en hun welpen.

Verder weten we inmiddels dat een wolvenroedel van ongeveer 10 dieren een leefgebied nodig heeft van ca 250km2, waarin zich geen wolven bevinden, die niet tot de roedel behoren. Andere wolven worden gezien als vijanden, omdat zij het voortbestaan van de roedel (het gezin) en/of het individu in gevaar kunnen brengen.

Met deze informatie kunnen we dan ook vaststellen dat het omheinde natuurreservaat waarin de onderzoeks-wolven werden gehuisvest, bij lange na niet groot genoeg was voor het aantal wolven dat Mech er plaatste.

Deze wolven waren van nature elkaars vijanden, maar werden gedwongen met elkaar samen te leven. Dat dit stressvol was voor de dieren, moge duidelijk zijn.

Vanwege gebrek aan leefruimte èn de onvermijdelijke voedselschaarste in het gebied, ontstonden er spanningen tussen de wolven. Mech aanschouwde met grote regelmaat agressieve confrontaties en heftige gevechten tussen de verschillende wolven. Voornamelijk in relatie tot voedsel en veilige ligplaatsen.

Niet verbazingwekkend natuurlijk. De dieren deden een dappere poging om te overleven, te midden van hun natuurlijke vijanden en zonder mogelijkheid om aan de situatie te ontsnappen. Maar daar hadden de onderzoekers destijds nog geen weet van.

 Wat Mech dacht te zien, was het vaststellen van een hiërarchie. Hij zag duidelijk dat één wolf keer op keer het gevecht met de andere wolven wist te winnen en zichzelf daarmee toegang verschafte tot o.a. voedsel. De andere wolven leken na verloop van tijd onderdanig aan hem en daarom benoemde Mech deze winnende wolf de dominant, oftewel de Alpha. Dit was overigens de eerste keer dat deze term gebruikt werd, ten aanzien van hondachtigen.

Het gedrag van wolven binnen een roedel, volgens de huidige inzichten.

Zoals gezegd is een natuurlijke wolvenroedel een gezin. Vader en moeder hebben van nature de leiding in het gezin en voeden gezamenlijk hun welpen op, tot deze twee jaar oud zijn en de roedel verlaten om op zoek te gaan naar een partner, om vervolgens hun eigen roedel/gezin te starten.

In een wolvenroedel vinden niet of nauwelijks agressieve confrontatie plaats tussen de verschillende gezinsleden. De onderlinge communicatie verloopt via duidelijke lichaamstaal en er wordt regelmatig aandacht besteed aan sociaal gedrag – zoals spel en verzorging – om de onderlinge band te versterken. Het doel van de wolven is om als roedel en als soort te overleven. Hierom zou het dan ook bijzonder onlogisch zijn om je eigen gezinsleden te bevechten en beschadigen.

Wat heeft die aap er nou weer mee te maken? 😉

Honden zijn geen wolven.

Ten tijde van het verschijnen van het boek van David Mech over de wolven, was er zoals gezegd, nog vrijwel niets bekend over het gedrag van honden. Wel wisten we dat de hond een afstammeling is van de wolf.

Het is dan wellicht ook niet heel vreemd dat de theorieën over wolven, ook enthousiast werden ontvangen door hen die zich bezighielden met het trainen van honden.

Maar kun je er vanuit gaan dat het gedrag van honden en wolven gelijk, of vergelijkbaar is, puur om het feit dat zij verre familie van elkaar zijn?

Een voorbeeld van een vergelijkbare familieband als tussen de wolf en de hond, is die van de mens en de chimpansee.

De mens stamt af van de aap. We delen dan ook voor bijna 99% hetzelfde DNA met de chimpansee. En toch zijn we twee totaal verschillende diersoorten.

Wanneer we – in een natuurdocumentaire of in de dierentuin – het gedrag van de chimpansee aanschouwen, herkennen we “menselijke trekjes” bij de apen, maar zien we toch nog altijd meer verschillen dan overeenkomsten. Zowel in uiterlijk als in gedrag.

De wolf waar de hond oorspronkelijk van afstamt, leeft al vele duizenden jaren niet meer. We weten zelfs niet precies hoe deze wolf er uit heeft gezien of hoe hij leefde. Wat we wel weten is dat de huidige wolf – zoals de soort die is onderzocht door Mech – hooguit een hele verre achterneef is van de gedomesticeerde huishond en dat we zijn gedrag dus niet kunnen vergelijken met het gedrag van de hond.

Maar hoe zit het dan wel met die vrolijke viervoeters van ons?

Gelukkig is er in de afgelopen jaren veel bekend geworden over het gedrag, de belevingswereld, emoties en motivaties van honden. Wat we nu weten is dat onze honden niet bezig zijn met rangorde, dominantie of de baas willen zijn.

Honden zijn confrontatie vermijdende dieren en in het overgrote deel van de situaties waarin een hond agressie laat zien, is dit gemotiveerd door angst en/of onzekerheid.

Honden ervaren dezelfde basis emoties als mensen en hebben behoefte aan veiligheid, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Ze hebben een groot aanpassingsvermogen en leven het liefst in harmonie met ons en hun omgeving samen.

We hoeven ons dus niet op te stellen als “de baas en/of leider van de roedel”, maar eerder mogen we een ouderrol aannemen ten overstaan van onze hond. We bieden hem veiligheid, nemen verantwoordelijkheid voor zijn gezondheid, houden rekening met zijn emoties en begeleiden hem op vriendelijke – en voor hem duidelijke wijze – in onze mensenwereld.
Dit alles zonder gebruik te maken van pijn, schrik, angst en intimatie.


Wil jij meer weten over hondengedrag, de nieuwste inzichten op hondengebied en trainen zonder pijn, schrik, angst en intimidatie? Houdt dan mijn blogpagina in de gaten of neem, bij vragen, graag contact met mij op!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *